Het team
Het fort kwam erg gehavend uit de oorlog, tijdens de Duitse aanval werd het fort ongemeen hard gebombardeerd door vliegtuigen en zware artillerie. Tijdens de bezetting gebruikte het Duitse leger het fort vooral als testterrein voor holle ladingen en deed proefnemingen met een geheim wapen “de Röchling obus” en er werden testen met pantsergranaten uitgevoerd op 2 koepels, 2 koepels werden gedemonteerd om het systeem grondig in kaart te brengen.
Na de oorlog waren er de schroothandelaren die het achtergelaten metaal recupereerden (ijzer en koper) maar tegelijk nog meer vernielden. Daarna was het fort volledig open tot begin de jaren 70. Vanaf 1974 organiseerde de “amicale des anciens” rondleidingen in het fort. De beginjaren waren moeilijk door de desolate toestand van het fort. In 1988 werd er door een handvol vrijwilligers een vereniging zonder winstoogmerk opgericht met als doel het fort in ere te herstellen, zijn geschiedenis te vertellen en het fort toegankelijk te maken voor het publiek. Langzaam maar zeker werd er opnieuw verlichting aangebracht langs het te bezoeken parcours zodat dit op een veilige wijze kan gebeuren. Sedertdien werden verscheidene installaties gerestaureerd, o.a. het hefmechanisme van koepel 4 werd terug hersteld, de munitielift van blok 4 werd terug bedrijfsklaar gemaakt (unicum in een Belgisch fort), het verluchtingssysteem van de ondergrondse kazerne werd terug hersteld en last but not least, de Carels dieselgroep de enige nog werkende in een Belgisch fort.
Het geld van de rondleidingen en enkele kleine giften wordt volledig gespendeerd voor onderhoud en reparatie van de installaties.
